Een goed advies is de basis van succes
Als u een bezoek brengt aan onze kwekerij heeft u uiteraard al bepaalde wensen. Aan de hand van enkele eenvoudige vragen over de standplaats, eisen die u aan de plant stelt en dergelijke kunnen wij u assisteren om een goede keuze te maken. Bij uw aankopen geven wij u alle informatie die u nodig hebt om lang plezier te hebben van uw planten. Aan de hand van enkele vragen die ons vaak gesteld worden, willen wij u vanaf deze plek alvast een eind op de goede weg helpen.
Veel gestelde vragen
Waar moet ik op letten bij het aanleggen van een tuin?
Wanneer kan ik het beste planten?
Hoe moet ik planten?
- Voor een enkele plant of boom ga je als volgt te werk:
-Graaf een plantgat dat flink ruimer is dan de wortels of kluit en gooi de uitgegraven grond op een hoop naast het gat.
-Controleer of de diepte goed is, want een zware kluit er weer uithalen is niet prettig.
-Spit de bodem van het plantgat goed los.
-Zet de plant op dezelfde diepte in de grond als op de kwekerij / bij potplanten tot aan de bovenkant van de kluit.
-Strooi de aanbevolen tuinturf of potgrond rond de wortels of over de uitgegraven grond.
-Schep de grond weer terug rond de kluit tot het gat weer gevuld is. Een boom met blote wortels licht heen en weer schudden, zodat de grond goed tussen de wortels komt.
-Trap de grond voorzichtig aan en maak rondom een soort dijkje voor het watergeven.
-Indien nodig een boompaal plaatsen.
-Tenslotte een keer goed watergeven (afhankelijk van de omvang van de plant 1 tot 3 emmers), zodat de grond inzakt.
- Een haag met blote wortels planten doe je het best met 2 personen en wel als volgt:
-Graaf eerst een sleuf (1 tot 2 steken breed en 2 steken diep) eventueel langs een gespannen touw.
-Strooi potgrond over de uitgegraven grond.
-Haal nu een bos planten uit de zak die je vervolgens direct losmaakt en één voor één in de sleuf zet (persoon 1).
-Persoon 2 schept de grond ondertussen voorzichtig rond de wortels en zorg ervoor dat de plant mooi in het midden blijft en de wortels naar beneden gericht zijn. Tijdens het aanvullen van de grond de plant enkele malen voorzichtig een klein beetje omhoog trekken. De wortelhals moet net zo hoog als het maaiveld komen.
-Als alle planten in de grond staan mag u de bodem voorzichtig aantrappen en daarna een keer goed water geven.
Wanneer moet ik snoeien?
Hoe moet ik snoeien?
Dikke takken van bomen snoeit u met een snoeizaag. Bij zware takken zaagt u eerst het grootste gedeelte af op zo’n halve meter van de stam. Dan aan de onderkant van de stomp die u overhoudt een klein stukje inzagen en vervolgens vanaf de bovenkant helemaal afzagen. Zo voorkomt u het afscheuren van de bast. Zaag een grote tak nooit helemaal strak bij de stam af, want dan maakt u lelijke grote wonden waar ziekteverwekkers de boom gemakkelijk kunnen infecteren. Tegenwoordig wordt het gebruik van een wondafdekmiddel niet meer aangeraden. Zit een tak op grote hoogte, een lastige plek of vertrouwt u niet op een goede afloop, laat dan uw gezonde verstand spreken. In de gouden gids staan onder boomverzorging bedrijven die helemaal gespecialiseerd zijn in dit werk.
Takken tot 3 centimeter dikte kunnen met een takkenschaar verwijderd worden. Dit is een grof stuk gereedschap dat prima geschikt is om een grote tak vlak bij de grond af te knippen.
Takken tot een doorsnede van 2 centimeter laten zich nog wel met een snoeischaar weghalen. Laat u bij het snoeien altijd ogen aan de takken zitten. Uit deze ogen lopen de nieuwe takken uit. Uit een oog dat naar buiten wijst groeit een tak van het hart van de plant af. Zo krijgt u een mooie volle plant. Knip een tak altijd 2 tot 3 centimeter boven een oog af. Dit stukje zal verdrogen en afsterven, maar de knop blijft ongedeerd.
Hagen snoeit u uiteraard met een heggenschaar. Het geeft niet als u bij het snoeien bladeren half doorknipt. De plant herstelt zich wel. Bij hagen die bestaan uit planten die veel zon nodig hebben, moet u er voor zorgen dat de haag naar beneden toe iets breder uitloopt. U moet coniferenhagen niet zo kort knippen dat u de bruine binnenkant te zien krijgt. Dit wordt namelijk nooit meer groen. Hulst, laurier en taxus kennen dit probleem niet, bij deze soorten kunt u eigenlijk geen fouten maken.
Heeft u een veredelde sierheester of boom? In dat geval zijn twee stammen zorgvuldig op elkaar gezet en vergroeid. De plaats waar deze zogenaamde ent zit is vaak te herkennen aan een gelige wasachtige beschermingslaag. Deze plek dient u met snoeien absoluut te mijden! Wat bij deze planten wel eens voorkomt is dat ze wortelopslag van de onderstam krijgen. Uit een wortel groeit dan een tak met afwijkende bladeren recht omhoog. Zo’n tak kunt u rustig afknippen.