035 538 33 51 info@gooieneemlust.nl

Een goed advies is de basis van succes

Als u een bezoek brengt aan onze kwekerij heeft u uiteraard al bepaalde wensen. Aan de hand van enkele eenvoudige vragen over de standplaats, eisen die u aan de plant stelt en dergelijke kunnen wij u assisteren om een goede keuze te maken. Bij uw aankopen geven wij u alle informatie die u nodig hebt om lang plezier te hebben van uw planten. Aan de hand van enkele vragen die ons vaak gesteld worden, willen wij u vanaf deze plek alvast een eind op de goede weg helpen.

Veel gestelde vragen

Waar moet ik op letten bij het aanleggen van een tuin?
U moet eerst weten hoe u de tuin wilt inrichten, d.w.z. waar komen de paden, terras, borders, gazon enzovoort. Vervolgens moet u zich afvragen waar en of u hagen, muren of schuttingen wilt hebben. Hagen werken uitstekend om delen van de tuin tegen inkijk af te schermen. Bovendien zijn hagen beter geschikt dan schuttingen of muren om de wind te breken. Een tuin krijgt meer diepte als u bomen plant en hiermee creëert u tegelijk een beschutte plek. Nu is de grond aan de beurt. Waar de paden en het terras komen is een dikke laag wit zand nodig tegen verzakking. Planten, bomen en gras verlangen een bodem die rijk is aan voedingsstoffen en die goed waterdoorlatend is. Goede grond is donker van kleur en heeft een grove structuur. Als er op de grond langdurig plassen blijven staan dan zit er een harde laag onder. Deze laag moet eerst doorbroken worden door de grond diep om te spitten. De wortels zullen anders verrotten met als gevolg het afsterven van planten. Bij de keuze van de planten begint u met een indeling van planten die het hele jaar door groenblijvend zijn. Daarna maakt u een keuze uit het overige aanbod van planten. Nadat de stenen en houten structuur in de tuin is opgezet, is het tijd voor de planten. U werkt altijd van groot naar klein, dus van bomen naar sierheesters en uiteindelijk vaste planten. Bij de keuze van geschikte planten kunnen wij u goed helpen, zodat de tuin het hele jaar door aantrekkelijk is.
Wanneer kan ik het beste planten?
Zo lang het overdag niet vriest kunt u prima planten. De sapstroom staat bijna stil en de bomen en planten zijn in rust. Wij maken onderscheid tussen een rustseizoen en een groeiseizoen. Bovendien is er verschil tussen planten uit de vollegrond en planten in pot of container. Een plant in de vollegrond staat met zijn wortels in de grond. Tijdens de groei verdraagt een plant of boom in de vollegrond het niet of heel slecht om verplaatst te worden. De jonge bladeren en takken zijn dan zeer kwetsbaar, waardoor ze makkelijk gaan slaphangen. Bij het rooien is het niet mogelijk om alle wortels uit te graven, een gedeelte wordt afgestoken en blijft in de bodem achter. Een plant die een nieuwe plek heeft gekregen moet dan eerst nieuwe wortels maken. Dit levert stress op die bovendien verergert als de jonge knoppen gaan uitlopen, want dan begint de assimilatie weer met de bijbehorende verdamping. De beste planttijd is daarom van het najaar tot het vroege voorjaar. Voor bladhoudende of groenblijvende planten is dat vanaf half september tot eind april. Bladverliezende planten kunnen geplant worden zolang er geen blad aan zit. Dit hangt af van de soort, maar begint eind oktober november en duurt tot eind april. Planten en bomen die in pot staan, kunt u het hele jaar door in de grond zetten, behalve in periodes met sneeuw en vorst overdag. Om nachtvorst hoeft u zich echt geen zorgen te maken. Nachtvorst kan wel leiden tot het kapotvriezen van jonge knoppen die aan het uitlopen zijn of jonge scheuten. Dit is helaas niet altijd te vermijden, maar planten kunnen zich vaak gelukkig goed herstellen, omdat niet alle knoppen zich tegelijkertijd in hetzelfde ontwikkelstadium bevinden. De eindknop (aan het einde van een tak) loopt het eerst uit, de knoppen meer naar de binnenkant van de plant volgen later.
Hoe moet ik planten?
Wij zijn gewend om het werkwoord planten te gebruiken voor het in de grond zetten van bomen of planten. Soms wordt dit ook wel poten genoemd.

 

  • Voor een enkele plant of boom ga je als volgt te werk:

-Graaf een plantgat dat flink ruimer is dan de wortels of kluit en gooi de uitgegraven grond op een hoop naast het gat.

-Controleer of de diepte goed is, want een zware kluit er weer uithalen is niet prettig.

-Spit de bodem van het plantgat goed los.

-Zet de plant op dezelfde diepte in de grond als op de kwekerij / bij potplanten tot aan de bovenkant van de kluit.

-Strooi de aanbevolen tuinturf of potgrond rond de wortels of over de uitgegraven grond.

-Schep de grond weer terug rond de kluit tot het gat weer gevuld is. Een boom met blote wortels licht heen en weer schudden, zodat de grond goed tussen de wortels komt.

-Trap de grond voorzichtig aan en maak rondom een soort dijkje voor het watergeven.

-Indien nodig een boompaal plaatsen.

-Tenslotte een keer goed watergeven (afhankelijk van de omvang van de plant 1 tot 3 emmers), zodat de grond inzakt.

 

  • Een haag met blote wortels planten doe je het best met 2 personen en wel als volgt:

-Graaf eerst een sleuf (1 tot 2 steken breed en 2 steken diep) eventueel langs een gespannen touw.

-Strooi potgrond over de uitgegraven grond.

-Haal nu een bos planten uit de zak die je vervolgens direct losmaakt en één voor één in de sleuf zet (persoon 1).

-Persoon 2 schept de grond ondertussen voorzichtig rond de wortels en zorg ervoor dat de plant mooi in het midden blijft en de wortels naar beneden gericht zijn. Tijdens het aanvullen van de grond de plant enkele malen voorzichtig een klein beetje omhoog trekken. De wortelhals moet net zo hoog als het maaiveld komen.

-Als alle planten in de grond staan mag u de bodem voorzichtig aantrappen en daarna een keer goed water geven.

Wanneer moet ik snoeien?
Als vuistregel geldt dat vroegbloeiende heesters na de bloei gesnoeid worden. Laatbloeiende heesters worden in februari of maart gesnoeid. Hagen kunt u het gehele jaar door snoeien, behalve als het vriest. Bomen laten zich het beste snoeien in het vroege voorjaar op een paar uitzonderingen na. Berken, notenbomen en esdoorns kunt u alleen in december en begin januari onder handen nemen. Als u deze soorten later snoeit gaan ze namelijk ‘bloeden’. Hierbij stroomt onophoudelijk vocht uit de snoeiwonden en bestaat de kans dat de boom het niet overleeft.
Hoe moet ik snoeien?

Dikke takken van bomen snoeit u met een snoeizaag. Bij zware takken zaagt u eerst het grootste gedeelte af op zo’n halve meter van de stam. Dan aan de onderkant van de stomp die u overhoudt een klein stukje inzagen en vervolgens vanaf de bovenkant helemaal afzagen. Zo voorkomt u het afscheuren van de bast. Zaag een grote tak nooit helemaal strak bij de stam af, want dan maakt u lelijke grote wonden waar ziekteverwekkers de boom gemakkelijk kunnen infecteren. Tegenwoordig wordt het gebruik van een wondafdekmiddel niet meer aangeraden. Zit een tak op grote hoogte, een lastige plek of vertrouwt u niet op een goede afloop, laat dan uw gezonde verstand spreken. In de gouden gids staan onder boomverzorging bedrijven die helemaal gespecialiseerd zijn in dit werk.

Takken tot 3 centimeter dikte kunnen met een takkenschaar verwijderd worden. Dit is een grof stuk gereedschap dat prima geschikt is om een grote tak vlak bij de grond af te knippen.

Takken tot een doorsnede van 2 centimeter laten zich nog wel met een snoeischaar weghalen. Laat u bij het snoeien altijd ogen aan de takken zitten. Uit deze ogen lopen de nieuwe takken uit. Uit een oog dat naar buiten wijst groeit een tak van het hart van de plant af. Zo krijgt u een mooie volle plant. Knip een tak altijd 2 tot 3 centimeter boven een oog af. Dit stukje zal verdrogen en afsterven, maar de knop blijft ongedeerd.

Hagen snoeit u uiteraard met een heggenschaar. Het geeft niet als u bij het snoeien bladeren half doorknipt. De plant herstelt zich wel. Bij hagen die bestaan uit planten die veel zon nodig hebben, moet u er voor zorgen dat de haag naar beneden toe iets breder uitloopt. U moet coniferenhagen niet zo kort knippen dat u de bruine binnenkant te zien krijgt. Dit wordt namelijk nooit meer groen. Hulst, laurier en taxus kennen dit probleem niet, bij deze soorten kunt u eigenlijk geen fouten maken.

Heeft u een veredelde sierheester of boom? In dat geval zijn twee stammen zorgvuldig op elkaar gezet en vergroeid. De plaats waar deze zogenaamde ent zit is vaak te herkennen aan een gelige wasachtige beschermingslaag. Deze plek dient u met snoeien absoluut te mijden! Wat bij deze planten wel eens voorkomt is dat ze wortelopslag van de onderstam krijgen. Uit een wortel groeit dan een tak met afwijkende bladeren recht omhoog. Zo’n tak kunt u rustig afknippen.

Wat is de beste plaats voor een plant?
Waar een plant kan groeien hangt af van een aantal factoren. De belangrijkste zijn: lichtbehoefte, grondsoort, (zee-)windgevoeligheid en de minimale ruimte die een plant nodig heeft. In het algemeen geldt dat planten met donker blad goed tegen schaduw kunnen. Rhododendrons groeien bijvoorbeeld goed in een bosrijke omgeving, maar geven meer bloemen naarmate de standplaats zonniger is.
Wanneer moet ik de tuin bijmesten?
Planten beginnen omstreeks mei / juni pas echt te groeien en dan hebben ze behoefte aan voedingsstoffen. Bijmesten doet u dan jaarlijks in maart / april met gedroogde mestkorrels. De meststoffen kunnen dan vast in de bodem zakken, waar ze door de wortels opgenomen kunnen worden. Het heeft weinig zin om in de winter al te gaan bijmesten. De mineralen zullen dan alleen maar wegspoelen en de planten hebben er niets meer aan. Wij verkopen mestkorrels die voor de hele tuin geschikt zijn. Dus voor borders, gazon en moestuin. De benodigde hoeveelheid per m2 staat op de verpakking beschreven. Na uitstrooien hoeven de korrels alleen nog maar natgemaakt te worden, waarna ze uit elkaar vallen en gedurende de volgende dagen langzaam in de bodem verdwijnen. Veel klanten zijn razend enthousiast over dit product en komen jaarlijks terug. Sommige planten, zoals rhododendrons, houden van zure grond. Deze planten moet u juist niet bijmesten, maar verwennen met een verse laag tuinturf of gehakseld naaldhout.
Hoeveel planten heb ik nodig voor een haag?
Dit hangt af van de breedte van de gebruikte planten. Let u er wel op dat de planten elkaar raken als u ze in de grond zet. Het gebruik van te weinig planten per strekkende meter is een veelgemaakte fout en leidt vaak tot een teleurstelling, want het wordt nooit een mooi geheel. Neemt u daarom eerst thuis de afstand op van de te planten haag, dan kunnen wij precies berekenen hoeveel planten u nodig hebt.
Verkoopt u ook bomen voor kleine tuinen?
hoeft bij een boom niet meteen te denken aan een woudreus. Wij verkopen diverse bomen die niet veel ruimte nodig hebben. In ons assortiment voeren wij bomen met een stamhoogte van ongeveer 2 meter met daarop een compacte ronde kroon. Deze bomen zijn bijzonder geschikt voor tuinen met beperkte afmetingen. Dit geldt eveneens voor zuilvormige exemplaren. Er kan meer dan u denkt.